Waar gebruikers zijn is handel, legaal of illegaal

Leo Bisschops maakt minstens één cruciale denkfout in zijn opinieartikel ‘Spreiden van coffeeshops: wie betaalt de rekening’ (ED 6 oktober). Hij schrijft ‘waar handel is, zijn gebruikers’, maar het is precies andersom.

door Derrick Bergman

Leo Bisschops maakt zich terecht zorgen over wat hij ‘de grip van het criminele circuit op de handel in softdrugs’ noemt. Dit probleem is alleen op te lossen als cannabis ‘uit de klauwen van de strafwet wordt verlost’, zoals voormalig CDA-premier Dries van Agt dit jaar verklaarde tijdens het tweede Cannabis Tribunaal in Den Haag. Van Agt zei bij die gelegenheid ook dat het razend moeilijk is om aan jongeren voorlichting te geven over iets ‘dat eigenlijk helemaal niet mag bestaan’. Dat is nu het geval: de overheid doet net alsof een coffeeshophouder zijn koopwaar niet hoeft in te kopen.

Het nieuwe kabinet gaat aan deze krankzinnige situatie niets veranderen. In het regeerakkord staat geen woord over de achterdeur van coffeeshops, maar wel een hele reeks maatregelen aan de voordeur. Zo wordt een ‘clubpas’ verplicht voor alle bezoekers. Het zijn precies dit soort repressieve maatregelen dat zorgt voor een bloeiende zwarte markt in cannabis. Of het nu huisdealers, drugsrunners of straatdealers zijn: ze betalen geen van allen belasting, worden door niemand gecontroleerd en ze doen niet aan leeftijdsgrenzen. Spreiding van coffeeshops is dan ook niet alleen nodig vanuit het oogpunt van beheersbaarheid, maar ook om het illegale circuit zo klein mogelijk te houden.

Het aantal coffeeshops is sinds de jaren negentig meer dan gehalveerd, van 1500 naar minder dan 700. De overgebleven shops kregen dus meer klanten. Tegelijk groeide het illegale circuit, zeker in gemeenten met de zogenaamde ‘nuloptie’. Het is namelijk niet zo dat waar handel is, ook gebruikers zijn – zoals Bisschop stelt. Het is precies andersom: omdat er vraag is, komt er aanbod. Legaal, illegaal of gereguleerd. Overal waar gebruikers zijn, is handel, ook in landen met extreem strenge drugswetten. De vraag is of je als overheid die handel overlaat aan criminelen of kiest voor een systeem van regulering, controle en belasting.

Dat er een taboe zou rusten op een debat over de schadelijkheid van cannabis voor jongeren, waag ik te betwijfelen. Zowel in de media als in de politiek gaat het debat de afgelopen jaren vrijwel uitsluitend over die vermeende schadelijkheid. De proporties worden daarbij vaak volledig uit het oog verloren: alle paniekverhalen ten spijt ondervindt slechts een zeer klein percentage cannabisgebruikers daadwerkelijk gezondheidsschade door cannabis. Zeker vergeleken met alcohol is het aantal probleemgevallen minimaal. Wie zich zorgen maakt over cannabisgebruik door jongeren, moet inzetten op eerlijke voorlichting over alle roesmiddelen, regulering van de cannabisteelt en inperking van het illegale circuit door een realistisch coffeeshopbeleid.

*(De auteur is publicist, woont in Eindhoven en is actief voor de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod)

(gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad, 8 oktober 2010)

Terug naar VOC in de pers

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*