Column Mario Zwart: ‘Wietproef-wiet is prima, maar we zijn er nog lang niet’

Door Mario Zwart

Ik was altijd kritisch op de wietproef, maar ik moet toegeven: de wiet smaakt heerlijk! Beter dan vroeger, tegen lagere prijzen, met veel keuze. Met de hasj ben ik minder blij, die háált het niet bij goede Marok. Maar ik heb er vertrouwen in dat ook dit goed komt. En, laten we eerlijk zijn, de meeste ‘oude’ coffeeshop-hasj was ook maar matig. Al met al is de wietproef dus een flinke stap vooruit. In Europa is Nederland nog altijd één van de beste cannabis-landen.

De wietproef-wiet is prima…, maar we zijn er nog lang niet

Cannabis wordt nog steeds niet behandeld als een normaal genotmiddel voor volwassenen. Ook de wietproef-wiet is nog steeds illegaal: teelt, verkoop en bezit worden slechts gedoogd. 

Welk probleem lost dat verbod nou eigenlijk op? Waarom houdt ons Kabinet hier toch zo aan vast? Waarom mag een burgemeester (ja, echt) je woning sluiten als er 6 gram wietproef-wiet in de keukenla ligt? Waarom mag je wél drinken, maar níet blowen?

Dan wat kleiner leed: de eeuwige drukte in het kleine aantal[1] coffeeshops dat ons land nog telt. Het verbod op online verkoop. De overdadige hoeveelheid plastic waarin de wiet en hasj, merkloos, is verpakt. Het rare verbod[2] op de ‘rookvrije’ opties wietolie, THC-kauwgum en blikjes THC-drank: een joint roken mag, maar een THC-gummy kauwen is verboden.

Aan alles zie je dat dit beleid meer draait om emotie dan om Volksgezondheid.

…daarom blijf ik zelf kweken

Ik blijf daarom óók zelf kweken. Vooral omdat het een hobby is. Zo kweek ik ook uien, tomaten en prei, en met cannabis uit eigen tuin bespaar ik ook nog eens flink geld.

Maar vooral: ik vind de winkelervaring in coffeeshops vervelend[3] én ik hou niet van het wietproef-kartel. Want hoezo mag een handjevol commerciële telers wiet kweken, maar burgers niet? Beschermt dat de volksgezondheid, of vooral de winst van die paar bedrijven? Wat is het bevrijdend om zelf te kweken, om onafhankelijk te zijn.

Daarom koop maar zo af en toe wat “gedoogde wiet”, voor de afwisseling.

…en ik koop mijn wietolie online, in het illegale circuit

Mijn wietolie bestel ik online. Maandag besteld, dinsdag bezorgd.

En met verkopers die, in tegenstelling tot het coffeeshop-personeel, veel productkennis hebben.

Dus het illegale circuit biedt mij méér gemak (want online bestellingen), méér productkeuze (wietolie!) en méér vakkennis.

En ook nog tegen scherpe prijzen.

Verlos ons uit 1976

De wietproef zit vast in 1976. Het jaar dat het beginnende bandje The Sex Pistols de punk-revolutie startte. Het jaar dat Lia de Clerk, de allereerste inwoner van Almere, de sleutel van haar huis kreeg. Lia is in 2023 op 90-jarige leeftijd overleden. 1976 was ook het jaar ook dat ons gedoogbeleid van start ging, en de basis voor onze ‘coffeeshops’ werd gelegd. Het is al weer héél lang geleden. Ons beleid was toen revolutionair, maar is nu totaal achterhaald.

Hoe komen we in 2025?

  • Behandel de burger die van cannabis houdt niet als een stumper die hooguit ‘gedoogd’ wordt.
  • Legaliseer de plant, dus sta teelt, bezit en handel toe, voor burgers en bedrijven. Met redelijke regels ter bescherming van de volksgezondheid.
  • Geef legale aanbieders een kans om zich te onderscheiden, van elkaar en van de illegaliteit, met sterke merken (met merknaam, logo, verpakking, verhaal, kleur) en moderne producten (dus inclusief wietolie en THC-gummies).
  • Sta, aan de andere kant van het spectrum, ook boerderijverkoop en wietmarkten toe.
  • En vervang de good old coffeeshop door enerzijds cannabiswinkels (óók online) en anderzijds cannabiscafés, waar je cannabis mag consumeren.

Met andere woorden: behandel cannabis als bier.

Welkom in een groen 2025!

Voetnoten

[1] Het aantal coffeeshops daalt, terwijl de bevolking groeit. In 1999 telde Nederland nog 846 coffeeshops (dat was 1 shop per 19.000 inwoners); in 2023 waren er nog maar 562 (en bij de gegroeide bevolking betekent dat 1 shop per 32.000 inwoners). Daarbij komt nog er vaak wel één of meerdere coffeeshops per gemeente gesloten zijn, wegens overtreding van één de vele regels – en dat gebeurt bij een slijterij nooit. Als we toch vergelijken met alcohol: daarvoor zijn er in Nederland circa 39.000 fysieke verkooppunten, plus zo’n 4.000 online. Samen 43.000. Ofwel één verkooppunt per 416 inwoners. Of weer anders gezegd: Nederland kent per inwoner 77 x zoveel alcoholverkooppunten dan cannabis verkooppunten. Terwijl alcohol schadelijker is.

[2] De Nederlandse wet wietolie zonder “plantenresten” als harddrug. Zie o.a. dit artikel door Jef Martens op cannabisindustrie.nl. Dit komt doordat de Opiumwet hasj als volgt definieert: “een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht cannabis, met plantaardige elementen van deze planten“. Kortom: de traditionele hasj uit de jaren ’70 is softdrugs. Dat leidt tot rare zaken. Zo worden traditionele hasj van 25% THC, maar ook of moderne rosin-hasj van 64% THC, gezien als softdrug – er zitten immers plantenresten in! Maar wietolie met 5% THC is harddrug – omdat de ‘plantenresten’ ontbreken. We zien duidelijk dat het criterium “wel of geen plantenresten” onzinnig is, maar dit is helaas de wet.

Binnen de wietproef worden de grenzen van die wet nu wel verkend. Zo zien we al af en toe, als gezegd, rosin: een moderne hasj die is gemaakt door wiet met een hogedrukpers “uit te knijpen”. Dat mag dus wél, vermoedelijk omdat er nog wat microscopische plantenrestjes inzitten. En zelfs de eerste cannabis vloeistof-vapes zijn op de markt verschenen, met een (ogenschijnlijk) heldere cannabis-vloeistof, waarin kennelijk nét genoeg ‘plantendeeltjes’ zitten om legaal te zijn.

Maar hoe zit dat nu met de wietolie? Die is op dit moment nog verboden. Misschien dat in de toekomst een fabrikant een “Opiumwet-proof” wietolie verzint. Bijvoorbeeld een heldere olie met een enkel loszwevend plantenblaadje. Zoals die olijfolie met zwevende kruiden. Of een wietolie uit rosin? De bron van het probleem is natuurlijk de Opiumwet. Als je voor drank net zo’n maffe wet zou hebben, zou je het onderscheid tussen zwak- en sterk alcoholisch niet maken op basis van alcoholpercentage, maar op basis van de doorzichtigheid van de drank. Dan is ondoorzichtige Jägermeister (35% alcohol) “zwakalcoholisch”, en een helder biertje (5% alcohol) “sterkalcoholisch”.

Daarom is wietolie niet te koop in de wietproef. En dat geldt ook THC-kauwgum of THC-frisdrank. Geen plantenresten = harddrugs. Idioter kunnen we het niet maken!

[3] Ik ga even klagen: mijn gemeente heeft geen coffeeshops (slechts 1 op de 3 gemeenten in Nederland heeft een coffeeshop) , ik moet er dus voor reizen. Veel steden staan alleen coffeeshops toe in het centrum, waar je dus parkeerproblemen hebt. De openingstijden zijn beperkt, in de ochtend is alles dicht, je moet een bezoekje goed plannen. Het is er altijd druk. Er staat een beveiliger voor de deur, alsof het iets heel engs is. Voor een tabakszaak, een slijterij of een messenwinkel hoeft dit niet, kennelijk beschouwt de overheid cannabis als nog veel gevaarlijker. Een klant mag maar 5 gram per keer kopen. Het personeel weet niets van cannabis. Er is géén webshop. Zelfs “bestel online en haal fysiek af” is verboden. Je kunt in de shop de wiet of hasj niet zien, alles is verpakt in ondoorzichtig plastic. Merken bestaan niet, de saaie verpakkingen zijn allemaal hetzelfde. Leuke acties, aanbiedingen, en proeverijen? Verboden. Kortom: er wordt álles aan gedaan om het onaantrekkelijk te maken. Ja, het is beter dan op straat kopen. Maar: waarom toch dit alles? Welk redelijk doel dient dit beleid?

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*