Columnist Mario Zwart: Leve de vrije cannabismarkt!

Nederland is traag met het legaliseren van cannabis – en België nog trager. Maar ooit gaan ook wij legaliseren! Vraag is: hoe? VOC-columnist Mario Zwart pleit voor twee simpele regels: ingrediënten vermelden en een leeftijdsgrens. En verder de vrije markt z’n werk laten doen.

Volksgezondheid en Justititie houden van regels en controle
Met legale, gereguleerde cannabis bescherm je de volksgezondheid (want: gecontroleerde producten, leeftijdsgrenzen) en maai je de misdaad het gras voor de voeten weg. To zo ver akkoord. Maar hoe legaliseer je? Luxemburg en Malta zetten in op ‘niet-commerciële’ thuisteelt en cannabis social clubs. Canada en de VS kozen voor een (meer of minder strict gereguleerde) commerciële opzet.

Volksgezondheids-mensen zijn van nature gericht op het uitbannen van risico’s. Geef dokters de regie over het cannabisbeleid, en je krijgt strikte regulering: een leeftijdsgrens van 25 jaar, onaantrekkelijke verpakkingen, weinig winkels (“mensen niet in verleiding brengen”), hoge accijnzen, een reclameverbod en veel “preventie en ontmoediging”. Soms met de redenering: bij alcohol en tabak is het misgegaan, dus bij cannabis gaan we nu extra streng te werk.

De misdaadbestrijders van Justitie houden ook van controle. Als het Ministerie van Justitie de legalisering leidt, krijg je een verbod op thuisteelt (“want lekt weg naar illegale circuit!”), veel regels voor productie, vervoer en opslag (24-uurs-cameratoezicht, een trackingsysteem “van zaadje tot joint”, schijnwerpers, kluizen, screening van investeerders en personeel). En dan liefst dat alle wiet wordt gekweekt door één, twee of drie grote bedrijven. Dat controleert lekker makkelijk.

Maar regulering heeft ook nadelen
Zowel Volksgezondheid als Justitie houden van het voorzorgsprincipe (1): laten we voor de zekerheid maar superstreng reguleren en voorzichtig doen. Baat het niet, dan schaadt het niet.

Maar regulering heeft ook nadelen, en schaadt wel degelijk. Een (te) strikt gereguleerde cannabismarkt betekent minder vrijheid en minder keuze voor de consument, slechtere producten, minder innovatie, hogere prijzen en corruptie. Hoezo corruptie? Omdat in een vrije markt omkoping geen zin heeft. Wie de beste tomaten kweekt voor de laagste prijs, die wint. Wie zou je omkopen? Maar op een streng gereguleerde cannabismarkt, met een beperkt aantal licenties, heeft omkoping of ‘beïnvloeding’ van politici en ambtenaren juist heel véél zin.

Wie deze nadelen van regulering heel scherp zag was Milton Friedman, Nobelprijswinnaar in de economie (1976) en nog steeds gezien als één van de giganten van de economische wetenschap. Ultraliberaal en verklaard tegenstander van de War on Drugs. Want: wie is de overheid om te bepalen wat u en ik mogen consumeren? En maakt overheidsingrijpen op de drugsmarkt de zaak nu beter of slechter?

Friedman is bekend van uitspraken als: de overheids-oplossing is vaak erger dan het probleem en regulering leidt tot corruptie. In een artikel met de fraaie titel “Why government is the problem” (2) legt hij dat uit. Regulering leidt tot lobbygroepen die een ‘speciale behandeling’ willen van de overheid, en daarmee tot corruptie en tot schade bij de consument, de belastingbetaler en de concurrent.

Via www.hemptopia.org

Die nadelen van regulering zien we, helaas, terug in de strikt gereguleerde cannabiswereld. Matt Lamers (@matt_lamers op Twitter), journalist bij MJBIZDAILY, bericht voortdurend over schandalen bij Canadese Big Cannabis-bedrijven. Een droef beeld van lobby-werk, van gesjoemel met omzet, met vergunningen, met illegale pesticides; een beeld van cannabis-licenties voor vriendjes van de minister-president; van verdwenen miljoenen, riante bonussen, bedrogen aandeelhouders; en van pakhuizen vol matige, onverkoopbare wiet. Milton Friedman zou zeggen: zie je wel? Dat krijg je als je de vrije markt zó overreguleert.

Mijn advies: een bijna-vrije markt voor cannabis
Reguleren is niet gratis. Of in de woorden van Friedman: There ain’t such thing as a free lunch (3). Het is dus afwegen: op welke onderdelen is regulering écht nodig, en wat kan vrij blijven?

Ik ben voor een bijna-vrije markt, met slechts twee regels:

  1. Productinformatie op cannabisproducten die verkocht worden (terpenen, cannabinoïden, e.d.) 
  2. Verkoop alleen aan volwassenen.

Dat is alles.

Verder is de markt vrij: iedereen mag kweken, alleen of in groepsverband, als particulier of als bedrijf. Voor de verkoop, om weg te geven, om te ruilen, voor eigen gebruik. Het mag non-profit, of commercieel, het kan kleinschalig maar mag ook grootschalig. Laat de markt zijn werk maar doen. En iedereen mag verkopen, onder de twee bovengenoemde voorwaarden: productinformatie vermelden; verkoop alleen aan volwassenen.

Ik hoop dat Friedman vanuit de Nobelprijs-hemel goedkeurend knikt. Misschien mompelt hij zelfs: “Underlying most arguments against the free market is a lack of belief in freedom itself”. (4) 

Ik geloof in die vrijheid. Jij ook? 

Ik ben benieuwd naar reacties van lezers, laat die vooral achter hieronder! 


(1) , Cass Sunstein [Universiteit van Chicago, “Beyond the Precautionary Principle” (John M. Olin Program in Law and Economics Working Paper No. 149, 2002)] legt uit dat dit voorzorgsprincipe vaak tot negatieve uitkomsten leidt. Hij geeft veel voorbeelden. Zoals landen die kerncentrales sloten, want “riskant”, maar die daarbij vergaten dat ze nu elektriciteit gingen opwekken met olie en kolen, wat tot veel meer luchtvervuiling en tot meer doden leidde. Een actueel voorbeeld is het verbod op e-cigarettes in landen als India. Want: e-cigs hebben een klein risico. Gevolg is dat e-cig dampers weer teruggaan naar tabak roken, waardoor de sterfte veel méér oploopt.

(2) https://www.hoover.org/sites/default/files/uploads/documents/friedman-government-problem-1993.pdf

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/There_ain%27t_no_such_thing_as_a_free_lunch(4) Uit Capitalism and freedom (1962), zie https://en.wikipedia.org/wiki/Capitalism_and_Freedom

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*