Viva Las Vegas! zong Elvis Presley in 1968. En die kreet is nu nóg terechter, want de gokstad telt nu, naast de vele casino’s, kroegen en hotels, ook een flink aantal legale cannnabiswinkels. Las Vegas ligt in de Amerikaanse staat Nevada, dat in 2017 cannabis legaliseerde. Inmiddels gaat er in deze woestijnstaat jaarlijks voor een miljard (!) dollar aan legale cannabis over de toonbank. Ik reisde onlangs twee weken door Nevada en omliggende staten en keek m’n ogen uit.
Leve de dispensary
M’n roadtrip begon in Las Vegas, uiteraard met een bezoek aan een dispensary, zoals een legale wietwinkel in de VS heet. Die zijn behoorlijk streng gereguleerd: je kunt niet naar binnenkijken, en bij de ingang is een strikte controle van paspoort of ID. Pas daarna kun je de eigenlijke winkel binnengaan, en dat is een verademing. Schoon, helder verlicht, met een grote balie waar allemaal lekkers ligt uitgestald, van potjes met wiet (honderden verschillende strains!) tot blikken THC-houdende frisdrank, van concentraten tot hash-brownies, van kant-en-klare joints tot vape-pens met hasj-olie. Alles met etiketten waarop de kweker staat, de data van oogst en verpakking, en de gehaltes aan cannabinoiden en terpenen.
Wat heerlijk. Zó wil ik cannabis kopen! Ik kocht 1/8 oz (zo’n 3,5 gram) Superglue die van een verbluffende kwaliteit bleek. In meer dan 35 jaar heb ik nog nooit zulke goede wiet gehad: zéér sterk geurend, plakkerig, perfect geknipt en een effect dat past bij z’n naam; ik zat vastgelijmd aan de bank! En dan kreeg ik ook ‘goodies’ mee: twee forse repen THC-chocola en een megazak THC-brownies. Samples! Een promotie van de leveranciers. Waarvoor hartelijk dank!
Legaal is bevrijdend
Legaal voelt echt anders dan gedoogd. Gedoogd betekent: tweederangs burger. Politici nemen wetten aan je ons uit je eigen huis te zetten, noemen onze plant ‘criminogeen’ en staan de verkoop van ‘het spul’ (WTF) alleen toe in ‘coffeeshops’: vooral buiten de grote steden zijn dat verveloze rookholen, met de uitstraling van een jeugdhonk uit 1976. Here, verlos me daarvan. Hoe anders is het om trots, met je ‘goodiebag’ vol cannabis, de dispensary te verlaten! Geen agent kan het van me afnemen, ik tel mee!
En mooi is ook dat dispensaries gewoon mogen adverteren in Nevada. Langs de snelwegen roepen billboards op tot een bezoek aan de dispensary. Heerlijk. Commercie is onze vriend, commercie normaliseert. Waarom zouden H&M, Mercedes en McDonalds wél mogen adverteren maar de cannabisindustrie niet?
De buurstaten
Nevada grenst aan ‘verbods-staten’ Utah en Idaho. Maar natuurlijk worden ook de inwoners van die godvruchtige buurstaten voorzien van de broodnodige ontspanning. Zo ligt bijna óp de grens met Idaho het plaatsje “Jackpot”. Inderdaad, een dorp vol casino’s en slijterijen. En nu ook een dispensary van Thrive! De billboards en neonverlichting wijzen de weg. Opvallend vond ik ook de vele billboards langs de grens met Californië, toch een ‘legal state’. Zouden Californiërs uitwijken naar Nevada, omdat Californië haar eigen legale cannabismarkt heeft kapotgereguleerd? Want de Amerikaanse cannabismarkt kent twee problemen: de conservatieve neiging om alles verboden te houden, en de progressieve neiging om wél te legaliseren, maar vervolgens alles te bederven met eindeloze regels en belastingen.
Respect voor de buren
Amerikaanse staten hechten sterk aan hun eigen autonomie, en respecteren het dus ook als buurstaten een ander beleid voeren. Idaho en Utah houden stug vast aan hun strenge cannabisverbod (gepakt met een zakje wiet? boete van $1.000 !). Maar ze protesteren niet als de buurstaten wél legaliseren. Hoe anders is dat in Europa, waar Frankrijk en Zweden zeiken omdat Luxemburg en Duitsland cannabis willen legaliseren. Ja joh, beleid verschilt per land, wen er maar aan! En ook binnen Nevada is er geen gejammer over ‘drugstoerisme’. Ben je gek? Nevada (overigens een behoorlijk conservatieve staat) lééft van toeristen die komen voor de casino’s, cafés en dispensaries. En dat gaat allemaal prima.
Nevada: niet perfect, wel goed
Is er dan niks op af te dingen? Jawel. Ik noem 3 problemen:
- De sector wordt geplaagd door corruptie en overregulering, niet zo sterk als in Californië, maar toch.
- Thuisteelt is sterk ingeperkt: dat mag in Nevada alleen als je verder dan 25 mijl van een dispensary woont. Is dat om de omzet van de dispensaries te beschermen? Wie weet.
- En ten slotte: je mag bijna nergens consumeren! Het wordt niet strikt gehandhaafd, dus in de praktijk geen probleem, maar blowen is verboden op straat, in hotels, in casino’s. En er zijn geen ‘consumption lounges’.
En Nederland?
Mijn ideaal voor Nederland is een model zoals in Nevada, inclusief billboards. Maar dan een écht vrije markt, dus met ook ruimte voor cannabis social clubs, voor thuisteelt, voor boerderijwinkels, voor gezellige growers-markets waar je wiet, planten en zaden kunt verkopen of ruilen. Reguleer het als tomaten!
En met consumption lounges. Ik zie een mooie toekomst voor de coffeeshop: geen detailhandelsfunctie meer, maar gezellige cannabis-horeca. Waar wat mij betreft óók een biertje gedronken mag worden. De eerste politicus die zich voor dit model wil inzetten krijgt mijn onvoorwaardelijke stem!