De growshopwet was hét gesprek van de dag bij de Nederlandse ondernemers op Spannabis in Barcelona, de grootste cannabisbeurs ter wereld. De eerste invallen en inbeslagnames leidden bij sommige ondernemers tot regelrechte paniek en zelfs verhuisplannen. Maar is de growshopwet wel zo’n grote bedreiging voor de branche?
(dit artikel is verschenen in Highlife 87, mei 2015)
Het eerste bericht dat tot onrust in cannabisland leidde ging over de inval bij Kulu trading in Loosdrecht op 16 maart. De politie nam niet alleen kweekspullen mee, maar ook alle cannabiszaden. Voor de duidelijkheid: die zijn legaal in ons land. De Brabantse politie was het braafste jongetje van de klas: zij viel al op 2 maart met veel machtsvertoon binnen bij twee growshops. Het ANP bericht over de invallen laat pijnlijk zien hoe diep we gezonken zijn: ‘De growshop in Drunen werd op initiatief van de gemeente gecontroleerd. De politie vond er groeimiddelen, folie en lampen. De 25-jarige uitbater uit Tilburg werd aangehouden.’
55 invallen in maart
Aangehouden omdat je folie en plantvoeding op voorraad hebt… en dat allemaal op kosten van de belastingbetaler, die al jaren wordt uitgeknepen door de overheid. Het Algemeen Dagblad meldde op 31 maart dat de politie in maart in totaal 55 invallen heeft gedaan bij growshops, vooral in Brabant en Zeeland. In tien gevallen zijn spullen in beslag genomen en is proces-verbaal opgemaakt, vier eigenaren zijn aangehouden. Sommige growshops waren al weken gesloten. Slechts één eigenaar deed geen afstand van de in beslag genomen spullen; juridisch een slimme zet.
Verwarring
Er heerst vooral verwarring, precies zoals werd voorspeld in de lange aanloop naar de invoering van de wet. De twee belangrijkste vaagheden betreffen de gedoogde thuisteelt en ‘het ernstige vermoeden’ dat een ‘verdachte’ moet hebben dat de spullen die hij verkoopt of handelingen die hij verricht bedoeld zijn voor ‘bedrijfs- of beroepsmatige’ teelt. Een ernstig vermoeden klinkt leuk, maar is per definitie lastig te bewijzen. Zolang growshops alleen verkopen aan thuistelers die niet meer dan de gedoogde vijf planten voor eigen gebruik telen, overtreden zij de growshopwet niet.
“De nek omdraaien”
Toch zijn er officieren van justitie die zo hun eigen kijk hebben op de reikwijdte en het doel van de growshopwet. Bart Nieuwenhuizen, hoofdofficier in Den Bosch, verklaarde in NRC/Handelsblad dat het Openbaar Ministerie heeft besloten ‘de hennepteelt volledig de nek om te draaien’. Van de honderden growshops ‘zal er geen een overblijven’ en bedrijven die via internet spullen verkopen, ‘gaan we ook platgooien’. Hij voegde er trouwens wel aan toe: ‘We gaan niet zitten miezemuizen met een huistelertje, maar we pakken wel de bedrijfsmatige teelt van hennep aan.’
Verkeerd beeld
In een recente column schrijft advocaat Maurice Veldman dat hij vooral brieven van justitie ontvangt ‘die een volstrekt verkeerd beeld geven van het nieuwe artikel 11a Opiumwet’. ‘Zo bestond de hoofdofficier in Haarlem het om in een brief te beweren dat ‘alle voorbereidingshandelingen met betrekking tot stoffen op lijst II strafbaar zijn, dus ook van illegale hennepteelt.’ Hij vergeet te melden dat het leveren van artikelen aan de thuisteler helemaal niet strafbaar is. Mensen, laat je niet bang maken door deze reactionaire en juridisch onjuiste bangmakerij.’
Open blijven
De ondernemers in de groene branche hebben verschillend gereageerd op de growshopwet. Sommige, zoals De Groene Oogst in Tilburg, sloten hun deuren op 28 februari. Andere ondernemers gingen ook dicht, maar alleen om de kat uit de boom te kijken. En op Spannabis gonsde het gerucht dat een van de grootste zadenbedrijven van ons land binnen een maand naar Spanje gaat verhuizen. Weer andere ondernemers houden het hoofd koel en de winkel open. Zo zijn twee Haagse growshops gecontroleerd en gingen de agenten na de controle gewoon verder met hopelijk belangrijker werk. Ook uit de cijfers in het Algemeen Dagblad blijkt dat de meeste gecontroleerde growshops gewoon open konden en kunnen blijven. Bij 45 van de 55 gecontroleerde growshops is geen proces-verbaal opgemaakt.
Pechvogel
Vooralsnog lijkt Kulu de enige pechvogel bij wie zaden in beslag zijn genomen. Zo gaat dat met proefprocessen die zonder afstemming tussen de partijen worden gevoerd: de ondernemer bij wie de politie een inval doet is simpelweg de lul. Een rechtsgang tot aan de Hoge Raad duurt al gauw twee jaar en de zaden hebben hun kiemkracht dan grotendeels verloren en zijn waardeloos. Verwacht mag worden dat Kulu een schadevergoeding bij de staat eist als de rechter tot vrijspraak komt.
Klopjacht
De grote vraag blijft natuurlijk hoe de verschillende rechters zullen gaan oordelen over de ‘klopjacht’ (Algemeen Dagblad) van het OM op de growshops. Als we kijken naar de vonnissen over coffeeshops is er reden tot optimisme. De afgelopen jaren stuurde de ene na de andere rechter het OM het bos in, in zaken over een te grote voorraad. De ‘ideale wietkwekers’ John en Ines uit Bierum werden schuldig verklaard zonder strafoplegging; een historische doorbraak.
Nieuwe mijlpaal
Vorige maand kwam daar een nieuwe mijlpaal bij: de bestuursrechter draaide de ‘eeuwige sluiting’ van de Rotterdamse coffeeshops Nemo en The Reef terug. Ook hier draaide het om een te grote voorraad. Advocaat Maurice Veldman: ‘De bestuursrechter wijst voor de eerste keer in de geschiedenis van het gedoogbeleid op het feit dat een coffeeshop die wordt vergund om op grote schaal cannabis te verkopen ook bevoorraad moet worden. Het op economisch verantwoorde wijze verkopen van cannabis brengt met zich mee dat de achterdeur niet altijd op slot kan zitten.’
Vage en brede wet
Een rechter die zo redeneert, begrijpt ook dat de cannabis die coffeeshops inkopen ergens en door iemand moet worden geteeld. En elke rechter die in een growshopzaak moet vonnissen, zal zich baseren op de wettekst en de memorie van toelichting, waarin duidelijk staat dat de wet is bedoeld om ‘bedrijfs- of beroepsmatige’ hennepteelt en teelt van ‘een grote hoeveelheid’ te bestrijden. Volgens advocaat Maurice Veldman hebben politieagenten tijdens de invallen verklaard dat die bedoeld waren om ‘helderheid te verschaffen’. Omdat de politiek zo’n vage en brede wet heeft gemaakt, moet de rechter de kaders bepalen en vastleggen wat wel en niet mag. Advocaten zullen er een goede boterham aan verdienen, rechters, officieren, politiemensen en ambtenaren zullen er duizenden uren aan besteden en de belastingbetaler en de ondernemers betalen de rekening.
Failliet beleid
Verhuizen naar Spanje of de tent sluiten lijken niet de meest effectieve strategieën. Door heel Europa en Noord- en Zuid Amerika floreren anno 2015 growshops, die gewoon met rust worden gelaten omdat ze legale spullen verkopen en zorgen voor banen en belastinginkomsten. Het cannabisverbod heeft zijn langste tijd gehad, ook in Nederland. Barack Obama heeft er, net als velen vòòr hem, op gewezen dat het makkelijker is een oorlog te beginnen dan die te beëindigen. Dat geldt ook voor de Hollandse Hennepoorlog. Ondernemers én consumenten moeten juist nu pal staan voor hun zaak en protesteren tegen de growshopwet en andere stuiptrekkingen van een failliet beleid. De zevende Cannabis Bevrijdingsdag, op 14 juni in Amsterdam, is daarvoor een prima gelegenheid…
Meer over de growshopwet
Op de website ‘Growshopwet, een wijziging in de Opiumwet’ is veel actuele informatie te vinden. Wie de €399 deelnamekosten kan en wil betalen kan meedoen aan de ‘Actualiteitencursus hennep in strafzaken‘ die advocaat Sidney Smeets van Spong advocaten op 4 juni in Utrecht geeft.