Overwinning Doede de Jong: rechter vordert vernietigen DNA-profiel

Het kreeg nauwelijks aandacht in de media: vorige maand oordeelde de rechtbank Leeuwarden dat het bezwaar van Doede de Jong tegen afname en verwerking van zijn DNA materiaal gegrond is. Doede’s DNA materiaal moet nu ‘terstond worden vernietigd’.

Doede deelde de volledige tekst van de beschikking van de rechter (zie hieronder) vandaag via de VOC mailinglist. Zijn commentaar: ‘Ik vind het heel uitzonderlijk en word hier blij van. Het lijkt op een stukje erkenning van mijn strijd voor legalisering en het recht op zelfbeschikking.’

Doede in gesprek met Eva Jinek, Een op Een, 29 april 2014 (bekijk de video onderaan deze pagina)
Doede in gesprek met Eva Jinek, Een op Een, 29 april 2014 (bekijk de video onderaan deze pagina)

Beschikking van de enkelvoudige raadskamer d.d. 10 december 2014 op het bezwaarschrift ex artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, ingediend door:
Doede J. de Jong.
Raadsman mr. Tjalling van der Goot.

Proces verloop
Het bezwaarschrift is bij akte op 27 oktober 2014 ingekomen ter griffie en richt zich tegen het bepalen en verwerken van het  DNA-profiel van veroordeelde. De behandeling van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden op  3 december 2014.

Motivering
Klager is ontvankelijk in zijn bezwaarschrift nu dit binnen de wettelijke termijn is ingediend.

Bij vonnis van de meervoudige  strafkamer in deze rechtbank van 25 april 2014 is klager ter zake overtreding van artikel 3b van de Opiumwet, meermalen gepleegd, en overtreding van artikel 3c van de Opiumwet veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. Klager is derhalve veroordeeld wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering  waarbij hem een gevangenisstraf, jeugddetentie of taakstraf is opgelegd zodat kan worden overgegaan tot afname van celmateriaal ten behoeve van het bepalen en verwerken van het DNA-profiel.

In het bezwaarschrift en de toelichting daarop is gesteld dat er sprake is van een uitzonderingsgeval als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub b van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat klager altijd volledig openheid heeft betracht en zonder terughoudendheid duidelijk heeft gemaakt dat hij wiet kweekte. DNA is voor het opsporen van het (thans) strafbare handelen van klager nimmer van belang geweest en zal dat, gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, ook voor de toekomst niet zijn. De opname van klagers DNA in de DNA-bank is zinloos en heeft geen toegevoegde waarde.

De officier van justitie, Henk Mous, heeft aangevoerd dat gekeken moet worden naar de aard van het misdrijf, de ouderdom van het feit, de reële ernst van het feit, de omstandigheden waaronder gepleegd, de opgelegde straf, de mate van herhaling en de persoonlijke omstandigheden van klager. Naar het oordeel van de officier van justitie heeft het opslaan van klagers DNA in de databank geen toegevoegde waarde.

Datum uitspraak 10 december 2014.

De officier vordert het klaagschrift gegrond te verklaren.

De rechtbank is het volgende van oordeel. Gelet op de persoonlijke situatie van klager en diens strafblad levert DNA geen bijdrage aan de opsporing en vervolging van strafbare feiten in klagers toekomst.

De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat het bezwaarschrift gegrond moet worden verklaard.

Beslissing
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift gegrond en beveelt de officier van justitie ervoor zorg te dragen dat het celmateriaal van veroordeelde terstond zal worden vernietigd.

Deze beschikking is gegeven op 10 december 2014 door mr. Th. Wiersma, rechter, bijgestaan door D.P. Postma- Westerhof. Griffier.
Mr. Wiersma is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.

Handtekeningen van de officier, rechter en griffier onder deze beschikking.

Doede bij Eva Jinek, 29 april 2014:

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*