Het vandaag verschenen WODC rapport ‘De export van in Nederland geteelde cannabis’ dat in opdracht van minister van justitie Opstelten is opgesteld, bevestigt zoals verwacht het uitgangspunt van de minister dat zo’n 80% van de in Nederland geteelde cannabis bestemd zou zijn voor export. ‘Deze conclusie vertoont alle verschijnselen van het begrip “u vraagt, wij draaien”’, aldus VOC woordvoerder Derrick Bergman.
Eén citaat uit de Aanbevelingen (pagina 16) spreekt boekdelen over de (on)betrouwbaarheid van het rapport:
‘Een groot aantal variabelen is vrij onbetrouwbaar of mogelijk (ook) achterhaald, waardoor bij deze variabelen met een zeer brede marge gerekend moest worden.’
Het Rathenau Instituut concludeerde recent dat veel externe onderzoeken geschreven worden naar conclusies die de opdrachtgevers welgevallig zijn. Dit geldt eens te meer voor het WODC, dat rechtstreeks onder het ministerie van justitie valt.
Het WODC rapport gaat uit van extrapolaties op grond van betwistbare, verouderde en onduidelijke data. Hierbij valt nog op te merken dat zelfs het KLPD bij vorige rapportages sterke twijfels heeft geuit over de kwaliteit van de schattingen en doorberekeningen.
Anno 2014 is Nederland eerder een importland dan een exportland voor wat betreft cannabis. In de ons omringende landen wordt op grote schaal cannabis gekweekt en bijvoorbeeld de Britse politie verklaart al enige jaren dat Groot Britannië geheel zelfvoorzienend is geworden qua cannabis. VOC woordvoerder Derrick Bergman: ‘De minister zal op grond van dit rapport zijn repressieve beleid voortzetten en laat de honderdduizenden Nederlandse cannabisconsumenten in de kou staan. Blijkbaar maakt het dit kabinet niets uit dat er voor cannabis die in coffeeshops wordt verkocht geen enkele kwaliteitscontrole is.’