De scheiding van markten tussen soft en hard drugs blijft een van de centrale doelstellingen van het Nederlandse drugsbeleid. Dat blijkt uit antwoorden van VWS staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) op Kamervragen van de ChristenUnie over de plannen van de gemeente Utrecht voor een experiment met regulering van cannabis.
De Tweede Kamerleden Gert-Jan Segers en Carla Dik-Fabers (ChristenUnie) vroegen de staatssecretaris: ‘Deelt u de mening dat de volksgezondheid het beste gediend is als het cannabisgebruik wordt teruggedrongen?’ Het antwoord van Van Rijn, gedateerd 22 oktober 2013:
‘De volksgezondheid is het best gebaat bij het huidige Nederlandse drugsbeleid. Dat beleid is gericht op het beschermen van de volksgezondheid en het voorkomen van gezondheidsschade, onder andere door voorlichting, educatie en preventie en door de scheiding van markten van softdrugs en harddrugs.’
(klik hier voor volledige versie)
Die laatste woorden zijn het opvallendst: het kabinet is formeel immers nog steeds van plan de scheiding van markten op te heffen, door cannabis met meer dan vijftien procent thc naar Lijst I van de Opiumwet te verplaatsen en dus tot harddrug te verklaren. Betekent deze verklaring het afscheid van dit heilloze kabinetsplan, waarop zoveel kritiek is geleverd door betrokken instanties en deskundigen?
Dat zal de toekomst uitwijzen, maar de nadruk op volksgezondheid is alleen maar toe te juichen. In één moeite door maakt Van Rijn duidelijk dat ontmoediging of vermindering van de consumptie van cannabis geen beleidsdoelstelling (meer) is.
Citaat uit de VOC brochure ‘De feiten over thc en andere werkzame stoffen in cannabis‘ (april 2013):
‘Het kabinet wil cannabisproducten met meer dan 15% thc verplaatsen naar Lijst I van de Opiumwet en daarmee tot harddrug verklaren.
Deze maatregel ontbeert wetenschappelijke onderbouwing, zal niet leiden tot minder problematisch cannabisgebruik maar wel tot een forse impuls voor het illegale circuit. Bovendien is zij praktisch onuitvoerbaar zolang de teelt van cannabis verboden is. Tenslotte zet de maatregel de bijl aan de wortel van ons drugsbeleid: de succesvolle scheiding tussen cannabis enerzijds en harddrugs als heroïne en cocaïne anderzijds verdwijnt.
(…)
Het idee dat verbodsbepalingen zorgen voor minder of minder problematisch gebruik is hardnekkig, maar onjuist. Het verbieden van cannabis met meer dan 15% thc zal het reële probleem van problematisch cannabisgebruik bij een specifieke groep -vooral jonge- consumenten niet oplossen. Veel effectiever zijn adequate voorlichting en het benutten van de recente wetenschappelijke inzichten over de rol van cbd bij de werking van cannabis.’
Comment (1)
Stefan 05/11/2013 at 1:56 pm
De regering moet in actie komen als we het vragen, niet omdat ze dat zelf denken te doen. Walgelijke vertoning.