Martin van Rijn, PvdA-staatssecretaris van VWS, heeft deze week een ontwerpbesluit naar de Tweede Kamer gestuurd waarmee cannabis met meer dan 15% thc een lijst 1 hard drug wordt. Tegelijk verstuurde van Rijn een ‘impactanalyse’ van de omstreden maatregel, daterend van begin juli vorig jaar.
Hoewel deze maatregel een einde maakt aan de belangrijkste verworvenheid van het Nederlandse drugsbeleid, de scheiding tussen soft en hard drugs, is er in de media tot nu toe nauwelijks aandacht voor. Dit kabinet neemt de redenering van de vorige regering over dat cannabis hetzelfde is als heroïne, als die cannabis meer dan 15% thc bevat.
Een opmerkelijke redenering, die door de wetenschap op geen enkele manier wordt gestaafd. Dit wordt ook erkend in de 72 pagina’s tellende impactanalyse die van Rijn mee stuurde met zijn brief van 26 maart. Citaat van pagina 11:
“Vermoed wordt dat een hoger THC-gehalte kan leiden tot meer gezondheids- en verslavingsproblemen, al is daar nog geen eenduidig wetenschappelijk bewijs voor. Wel is het aantal hulpvragen met de stijging van het THC-percentage in Nederlandse cannabis toegenomen, maar onbekend is of dit samenhangt met een hoger THC-percentage, de chemische samenstelling van cannabis, meer aandacht voor de schadelijke gevolgen van cannabis of het groter aanbod van behandelmogelijkheden voor cannabisproblematiek.”
De impactanalyse is gedateerd op 5 juli 2012; onduidelijk is waarom de Tweede Kamer er ruim acht maanden op heeft moeten wachten. Evenzeer opmerkelijk is dat de samenstellers van de impact-analyse het literatuuronderzoek ‘THC, CBD en gezondheidseffecten van wiet en hasj: recente inzichten‘ (april 2012) van het Trimbos instituut helemaal niet noemen. Het vorige kabinet had juist opdracht gegeven voor dit onderzoek, omdat er nog zoveel onbekend is over de precieze werking van de ruim zestig verschillende cannabinoïden in cannabis.
Uit dit Trimbos onderzoek blijkt dat de nadruk op alleen THC volstrekt eenzijdig is. Vooral de rol van CBD (cannabidiol) is tot voor kort sterk onderschat. Een relatief laag percentage CBD is minstens zo belangrijk voor het effect als een relatief hoog percentage THC. Keer op keer wordt in het Trimbos onderzoek benadrukt dat er nauwelijks degelijk onderzoek is naar specifieke cannabinoïden, hun onderlinge samenhang en het daadwerkelijke effect.
De gevolgen van de plaatsing van zogenaamde “zware cannabis” op lijst 1 van de Opiumwet zijn niet te overzien, hoeveel tabellen, modellen en aannames er ook in de impactanalyse staan.
Zeker is dat coffeeshops straks gesloten kunnen worden als ze een verkeerd soortje verkopen. En dat de straffen enorm stijgen, omdat cannabis door de overheid is omgetoverd van een plant tot een hard drug. Zonder blikken of blozen schrijven de auteurs van de impactanalyse dat “heroïne niet geheel vergelijkbaar is met cannabis” (pag. 26). Je vraagt je af wat ouders van heroïneverslaafden van zo’n statement vinden.
De impactanalyse maakt weinig woorden vuil aan de vraag hoe de coffeeshopondernemer, die helemaal geen cannabis mag inkopen, laat staan zelf kweken, moet omgaan met deze zoveelste aanscherping van het beleid. Een uitzondering zijn de twee volgende passages op pagina 26:
“Hoewel het voor een coffeeshop niet mogelijk is het THC-percentage zo nauwkeurig vast te stellen als het NFI dat kan, is er bijvoorbeeld op basis van het soort cannabis wel inzicht in het verwachte THC-percentage.”
“Mochten producenten niet in staat zijn (voldoende) lichte cannabis te leveren, dan kunnen coffeeshops nog uitwijken naar de (extra) import van cannabis. Het THC-percentage van cannabis uit het buitenland ligt nu al gemiddeld ruim onder de 15% (op hasj na dat rond de 16% ligt). (…) Overigens kan het aanpassen van het aanbod in de coffeeshops tot gevolg hebben dat klanten die toch graag zware cannabis gebruiken, hiervoor naar de illegale markt zullen gaan.”
Zoiets hebben we eerder gelezen. Toen ging het over de wietpas. De ambtenaren en de minister beweerden destijds bij hoog en bij laag dat het onwaarschijnlijk was dat veel coffeeshopbezoekers zouden uitwijken naar de illegale markt als zij zich verplicht moesten gaan registeren. De werkelijkheid is inmiddels genoegzaam bekend: door de wietpas waren de coffeeshops in Zuid Nederland in no time leger dan een kerk op een maandagmiddag. Straatdealers, hasjtaxi’s en 06-bezorgdiensten deden en doen nog steeds gouden zaken. Vooral jongeren hebben zich op het gat in de markt gestort.
Als deze ondoordachte en onnodige maatregel wet wordt is het illegale circuit opnieuw de lachende derde. Op de zwarte markt kan de consument terecht voor de cannabis die hij of zij gewend is, tegen lagere prijzen, zonder leeftijdscontrole, openingstijden of ander hinderlijke toestanden. Bovendien verkoopt de dealer ook speed, GHB, XTC, cocaïne en heroïne. Middelen die volgens onze regering in dezelfde categorie vallen als cannabis, een natuurproduct dat in de apotheek verkrijgbaar is vanwege haar heilzame werking bij tal van aandoeningen en ziektes.
Politie, justitie en met name het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) zullen nog meer van hun toch al ontoereikende capaciteit gaan verspillen aan cannabisplantjes.
Netto zal het allemaal niets opleveren voor het aantal opgespoorde kwekerijen of planten, geven ook de auteurs van de impactanalyse ronduit toe:
“Het plaatsen van zware cannabis op lijst I heeft geen directe intensivering van opsporing en handhaving tot gevolg. De verwachting is dan ook dat door de maatregel geen verandering zal optreden in het aantal opgerolde kwekerijen of het aantal onderschepte ladingen. Wat wel wijzigt, is de samenstelling van de groep verdachten van overtreding van de Opiumwet met betrekking tot import, export, productie, handel of bezit van cannabisproducten. Op dit moment betreft dit alleen nog verdachten van een softdrugsfeit, maar na invoering van de maatregel zal een deel van deze verdachten (afhankelijk van het THC-percentage dat door het NFI wordt vastgesteld) verdacht worden van een harddrugsfeit. Deze gewijzigde samenstelling van de groep verdachten werkt door in de gehele strafrechtsketen, hetgeen ook tot gevolg kan hebben dat de samenstelling van opgelegde straffen voor cannabisfeiten kan veranderen. Verdachten van een harddrugsfeit kunnen immers zwaardere straffen (bijvoorbeeld een hogere geldboete of langere vrijheidsstraf) opgelegd krijgen dan verdachten van een softdrugsfeit.” (pagina 27-28)
De Partij van de Arbeid zou zich dood moeten schamen voor dit wetsvoorstel, dat ook nog eens door de eigen staatssecretaris, Martin van Rijn, aan de Kamer is gestuurd. Het wordt steeds onduidelijker wat de PvdA nu precies verstaat onder een realistisch en pragmatisch cannabisbeleid, de praktijk bewijst hier het tegendeel.
Zie ook: Drugsdeskundige Peter Cohen: Minder THC, meer volkgsgezondheid?
Comments (2)
Stefan 03/04/2013 at 10:39 am
Ik ben een relaxte nederlander die wiet rookt. Als de politie mij aanspreekt reageer ik ook altijd gewoon relaxed, ik voel geen bedreiging of afschuw.
Maar als ik straks mn sterke 15%+ wiet bij me heb en ik wordt aangesproken, ben ik mischien meer geneigd om er vandooor te gaan. Ik sta namelijk in mn recht (zelfbeschikking) als ik sterke wiet neem.
Ik wil namelijk ook niet onterecht “genaaid” worden, dus is rennen of racen in elk geval een poging om eraan te ontkomen. Of t lukt is een 2e, maar ik ga dan niet zomaar toezien dat ik gepakt word.