Afgelopen maandag was de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) te gast bij Pauw & Witteman. Hij deed een aantal belangrijke uitspraken over de wietpas: “Iedereen moet zich zorgen maken.”
Aanleiding voor het interview was het uitroepen van Amsterdam tot op één na beste stad om te bezoeken door de reisgids Lonely Planet. Klik hier om het hele interview te bekijken. Hieronder het letterlijke transcript van de passages over de wietpas.
Eberhard van der Laan over de wietpas, Pauw & Witteman, 22 oktober 2012:
Witteman: “Maar daar komen die mensen toch als u eerlijk bent niet voor? Die komen toch niet omdat die grachten worden herdacht? Die komen, als ik zo vrij mag zijn, mijn stereotype even aanhoudend van de Lonely Planet: fijn hasjiesj roken in Amsterdam.”
Van der Laan: “Nou moet ik u toch ernstig corrigeren. Er wordt onderzoek gedaan naar de motieven waarom toeristen komen. Dat is nooit één ding, dat zijn een heleboel dingen. Het eerste is gewoon -en ik heb het ook als ik op vakantie ga- door een stad willen lopen: dat moet je fijn vinden. 95 procent van de mensen hebben dat motief.”
Witteman: “Maar die gaan op zoek naar een coffeeshop.”
Van der Laan: “U bent erg ongeduldig. Zal ik u zeggen dat de coffeeshops op plaats veertien staan in de motieven? En dat voor 35 procent van de toeristen dat een motief is, naast de musea, naast de architectuur van de binnenstad, naast een heleboel andere dingen.”
Witteman: “Dus u zou het geen punt vinden…”
Van der Laan: “Maar u heeft het nu in verschillende inleidingen al verschillende keren gezegd, maar het gaat ook om informatie, en sorry dat ik zo eigenwijs ben: er zijn heel veel toeristen die ook voor de coffeeshop komen, want er komen namelijk gigantisch veel toeristen naar Amsterdam elk jaar. Maar er komen er ook een heleboel niet voor de coffeeshops. En diegenen die voor de coffeeshops komen, doen óók de musea en ook dit en ook dat.”
Pauw: “Maar die komen straks voor niks, als ze voor de coffeeshops komen.”
Van der Laan: “Want?”
Pauw: “Wietpas.”
Witteman: “Die hebben ze niet.”
Van der Laan: “Nou moet ik toch… nu grinnik ik een beetje. Want vandaag zei mijn voorlichter, ik liep onschuldig in de Efteling toen hij zei Pauw & Witteman. In een andere toeristische attractie in het zuiden. En hij zei: Pauw & Witteman willen praten over de Lonely Planet. Ik zeg: hoe naïef ben jij? Na hoeveel seconden gaat het over de wietpas?”
Pauw: “Nou, geef toe, dat viel best mee, we hebben u toch…”
Van der Laan: “De beste voorlichter van Nederland, dat moet ik er nu wel veiligheidshalve nu achteraan zeggen.”
Witteman: “Maar wil u het er niet over hebben of zo?”
Van der Laan: “Nee, ik wil het er best over hebben, want het is een probleem. Maar ik was eigenlijk nog lang niet klaar over al die leuke dingen van Amsterdam. Maar goed, ik begrijp dat ik daar al teveel tijd voor uitgetrokken heb.”
Pauw: “Nee, nee, helemaal niet. Ik begrijp heel goed dat u zegt dat misschien maar twintig of vijftien of dertig procent van die mensen ook een bezoekje overweegt aan een coffeeshop. En daar krijgen ze dus straks een probleem en de vraag is: hoe gaat u daar mee om?”
Van der Laan: “Nou, dat is een reëel probleem dat op ons af komt. Want de oude regering wou zeggen: toeristen mogen niet meer in de coffeeshop komen, je moet gewoon de Nederlandse nationaliteit hebben. Nou, wij weten dat van de zes à zeven miljoen toeristen die hier komen per jaar anderhalf miljoen ook naar de coffeeshop gaat. Als die daar niet meer mogen kopen, dan weten we, de ervaring leert, dan zullen ze op straat gaan kopen. En als ze op straat gaan kopen heb je een paar grote nadelen: je krijgt veel meer overlast, je krijgt meer criminaliteit, straatroof zal ook toenemen. Maar ook: in ons coffeeshopstelsel -wat echt een paar nadelen heeft waar ik graag ook met u over praat- maar dat heeft ook een paar grote voordelen: er wordt niet verkocht aan minderjarigen, daar is een eis dat ze op de kwaliteit en de samenstelling van wat ze verkopen aan wiet. Dat raakt allemaal verloren. En wij zijn dus, ja, ik weet niet of u zich herinnert, de Zeedijk in de jaren tachtig, dat was echt een getto in Nederland. Als je dat terug krijgt, dan gaan wij de volgende keer geen twee worden in de Lonely Planet.”
Pauw: “U denkt dat je dat terug krijgt als je je aan die wietpas houdt?”
Van der Laan: “Ja. Dan mogen toeristen niet kopen in een coffeeshop. En ze komen wel en een flink deel zal het ook wel willen blijven doen. En op straat staan de verkopers. Kijk, Maastricht, maar daar weet meneer Dohmen meer van, en Venlo en al die grensgebieden in het zuiden van het land, die kregen dus Belgen, Fransen, Duitsers die echt gewoon honderd kilometer rijden om te kopen en dan weer weg zijn. Dan kan een pas misschien zin hebben, het heeft overigens ook daar groot gedoe gegeven, overlast, maar daar moet ik als bijdehante Amsterdammer niet teveel over zeggen. Maar wij hebben andere toeristen. En die blijven komen.”
Pauw: “Maar hoe gaat u daar nu in de praktijk mee om? Want we hebben dus nu, u zegt terecht: dat was de oude regering. Er wordt nu een nieuwe regering gesmeed, met de PvdA en de VVD samen. Daar heeft u natuurlijk als prominent PvdA’er misschien nog wel wat in de melk te brokken als het over dit soort kwesties gaat.”
Van der Laan: “Dat zou ik hopen, ja.”
Pauw: “Heeft u een idee wat er op tafel ligt, als het over de wietpas gaat?”
Van der Laan: “Ja, en daar ga ik natuurlijk nu helemaal niks van zeggen.”
Pauw: “Nee, dat dacht ik al. Maar hebt u daar een goed gevoel bij of zegt u van: nou, ik moet toch even wat waarschuwende woorden nog richten?”
Van der Laan: “Laat ik gewoon herhalen wat ik het afgelopen jaar heb gezegd. Opstelten heeft ook een knip gemaakt, hij is begonnen met Zuid Nederland, want wat ik zeg over Amsterdam geldt ook voor Rotterdam, Den Haag en Utrecht.”
Witteman: “Maar maakt u zich nog zorgen?”
Van der Laan: “Iedereen moet zich zorgen maken.”
Witteman: “Nee, nee, maar maakt u zich, gelet op de gesprekken die u heeft gehad met de mensen in Den Haag, nog zorgen?”
Van der Laan: “Nee, ik heb nog geen gesprekken met de mensen in Den Haag gehad.”
Witteman: “Dan moet u dat doen, dat is toch heel verstandig, daar zitten mensen te formeren, deze week zijn ze klaar.”
Van der Laan: “Voor mij was dat de reden om, toen ik mij vanmiddag realiseerde in de Efteling, tussen de Python en de Piranha…”
Witteman: “U schaamt zich ook nergens voor.”
Van der Laan: “Er is één ding waar ik me voor schaam, maar ik zal het nu zeggen: ik ben in geen van tweeën geweest, niet in de Python en niet in de Piranha. Maar wat ik wil zeggen is: als dat zou… ik dacht: laat ze ook maar komen met die wietpas, want het is heel belangrijk dat het feitelijke geluid klinkt uit de stad. Kijk, misschien moet ik dat nu zeggen: er is een achterdeurprobleem met de coffeeshops en niet iedereen doet het goed. Ik heb er ook al heel wat gesloten in Amsterdam en er zijn plannen van de gemeenteraad om sowieso minder coffeeshops te willen. Maar het stelsel als zodanig functioneert, functioneert goed. En als dat in gevaar komt door die eis van ingezetenschap, dus de wietpas, ja, dan zie ik heel slechte dingen gebeuren. Kijk, wij zetten de politie liever in op overvallen en op straatroof en weet ik het allemaal niet.”
Pauw: “Dan op dat?”
Van der Laan: “Ja, dat is toch logisch?”