In de brochure ‘Van gedogen naar handhaven: model voor een transparant en rationeel cannabisbeleid‘, plaatst de Taskforce Handhaving Cannabis een aantal kritische kanttekeningen bij het coffeeshopbeleid van het kabinet Rutte.
De Taskforce Handhaving Cannabis is een werkgroep met vertegenwoordigers van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod en de coffeeshopbranche. In 2011 publiceerde de werkgroep de brochure ‘Van gedogen naar handhaven: model voor een transparant en rationeel cannabisbeleid‘. De noten, inclusief links, staan onderaan de tekst. Klik hier om het hele THC-model te lezen of de PDF te downloaden.
Kanttekeningen bij het afstandscriterium
Het afstandscriterium is een schoolvoorbeeld van contraproductieve symboolpolitiek. Ten eerste omdat minderjarigen nu al niet in coffeeshops mogen komen. In 2009 bedroeg het aantal geregistreerde overtredingen van het zogenaamde J-criterium (toegangsverbod jeugdigen) in alle Nederlandse coffeeshops samen zes [10]. Ten tweede is het zeer de vraag of cannabisgebruik onder jongeren samenhangt met de nabijheid van een coffeeshop. Uit onderzoek in Rotterdam blijkt dat sinds invoering van het 250 meter afstandscriterium in 2009 het cannabisgebruik noch het normbesef onder minderjarigen is veranderd [11].
Het cannabisgebruik onder Nederlandse jongeren ligt al jaren lager dan in andere EU-landen, waar geen coffeeshops bestaan. Van alle Nederlanders tussen 15 en 24 jaar heeft 11,4 procent in het laatste jaar cannabis gebruikt, in Frankrijk is dat 21,7 procent [12]. Daar komt bij dat slechts 23 procent van de Nederlandse gemeenten coffeeshops heeft, de overige 77 procent dus niet. Toch verschilt het cannabisgebruik van jongeren in gemeenten met en zonder coffeeshops nauwelijks. Een afstandscriterium is dus onnodig en zal meer kwaad dan goed doen. Een coffeeshop in de buurt van een school zal eerder voor meer controle (scooterdealers bij scholen worden weggehouden) zorgen.
Harde handhaving van een afstandscriterium van 350 meter betekent sluiting van zeker de helft van het huidige aantal coffeeshops [13]. Daarmee zullen de resterende shops alleen maar vaker worden bezocht en wordt grootschaligheid bevorderd, precies het tegenovergestelde van wat het kabinet beoogt.
Kanttekeningen bij de ‘wietpas’
De langverwachte uitspraak van de Raad van State van 29 juni jl. heeft niet de duidelijkheid gebracht waarop was gehoopt. De Raad van State gedoogt het discrimineren van niet-ingezetenen alleen als er aantoonbare overlast is door drugstoerisme, voor de duur van die overlast en alleen als die overlast met andere, minder zware maatregelen niet te bestrijden is. Duidelijk is in ieder geval dat dit vonnis geen juridische vrijbrief is voor landelijke invoering van een wietpas.
Een verplicht pasjessysteem zal voor de meeste coffeeshopbezoekers een onacceptabele drempel betekenen [14]. Zij vragen zich terecht af waarom zij zich voor de aankoop van cannabis moeten registreren, terwijl alcohol en tabak -middelen die veel hoger scoren op de wetenschappelijke rangschikking naar schadelijkheid [15]- vrijelijk verkrijgbaar zijn. Permanente registratie zal veel consumenten het gevoel geven dat zij geen consumenten zijn, maar patiënten of delinquenten.
Verwacht mag worden dat een aanzienlijk deel van de huidige coffeeshopbezoekers zal kiezen voor het illegale circuit om het pasjessysteem te omzeilen. Dat circuit zal dus groeien, met alle gevolgen van dien: ongecontroleerde productie, overlast van drugsrunners, scooter- en huisdealers, vermenging van de markten voor hard en soft drugs, ruimere beschikbaarheid van drugs voor jongeren etc.
Met de gecombineerde invoering van een ruimer afstandscriterium en een wietpas speelt de overheid criminelen in de kaart. De gewone burger betaalt de prijs: meer overlast in de buurt, meer criminaliteit, grotere risico’s voor de volksgezondheid en honderden miljoenen belastinggeld voor de falende handhaving van het onnodige en onhoudbare cannabisverbod.
Kanttekeningen bij de beeldvorming rond cannabis en coffeeshops
De vermeende risico’s van een hoog THC-gehalte in Nederlandse wiet hebben de laatste jaren ruime aandacht gekregen. De beeldvorming als zou dit THC-gehalte leiden tot schooluitval, onhandelbaar gedrag van jongeren en psychische problemen bij gebruikers, heeft geleid tot een ronduit vijandig klimaat jegens coffeeshops en cannabis. Sommige politici pleiten inmiddels voor afschaffing van het wettelijk onderscheid tussen soft en hard drugs en daarmee liquidatie van het coffeeshopbeleid. De uitdrukking ‘het kind met het badwater weggooien’ is hier van toepassing.
Het is ronduit voorbarig om cannabis of THC aan te duiden als oorzaak van psychische problemen bij jongeren, bijvoorbeeld gezien de recente wetenschappelijke inzichten over de rol van cannabidiol (CBD) bij het effect van cannabis. CBD, een van de ruim zestig verschillende cannabinoïden die de plant naast THC bevat, blijkt de ontwikkeling van psychoses juist af te remmen [16]. Helaas lijkt elke nuance te zijn verdwenen uit de discussie over de gezondheidsrisico’s van cannabis en het maatschappelijke nut van coffeeshops. Feiten spelen een ondergeschikte rol in het cannabisdebat dat -zowel in de media als in de politiek- wordt beheerst door emotie en niet onderbouwde aannames.
De repressieve zero tolerance koers van het kabinet is des te opmerkelijker nu de internationale steun voor decriminalisering van cannabis en beëindiging van de war on drugs groter is dan ooit tevoren. In een essay in het Nederlands Juristen Blad [17] schreef criminoloog en drugsdeskundige Tim Boekhout van Solinge over deze paradox:
“Welbeschouwd is het gek dat uitgerekend Nederland met zijn coffeeshops de juridische mogelijkheden tot minder illegale wietteelt niet bestudeert. Dit kan worden verklaard door de wet van de remmende voorsprong. Nederland liep voorop met zijn niet-punitieve drugsbeleid maar is daar na buitenlandse kritiek en conservatieve politiek van teruggekrabbeld, met als gevolg dat het nauwelijks nog nadenkt over hoe het beleid verder en beter kan.
(…)
De politieke onwil om pragmatisch -en dus niet ideologisch- na te denken over de wijze waarop de overheid kan interveniëren in deze vooralsnog volledige illegale markt, al dan niet via een regulering van het cannabisaanbod, is de belangrijkste reden dat er nog zo veel cannabiscriminaliteit is. Het standpunt drugs te verbieden ter bescherming van volk en vooral jeugd is in feite criminogeen. Het voedt criminaliteit en houdt georganiseerde misdaad in stand.”
Noten:
10] ‘Coffeeshops in Nederland 2009′, Intraval, Bureau voor Onderzoek & Advies, oktober 2010.
11] ‘Monitor Coffeeshopbeleid Rotterdam’, Intraval, Bureau voor Onderzoek & Advies, september 2010.
12] Jaarverslag 2009 Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving, Tabel GPS-8.
13] Ward Wijndelts: ‘Zo verdwijnen de meeste coffeeshops’, NRC/Handelsblad, 4 januari 2011. Uit eigen onderzoek van de krant bleek dat in Amsterdam 187 van de 223 coffeeshops zouden moeten sluiten bij invoering van een afstandscriterium van 350 meter. Landelijk zou 57,9 % van alle coffeeshops dicht moeten.
14] Op 22 juni 2011 verscheen een onderzoek over de wietpas i.o.v. de gemeente Amsterdam, waarvoor 1214 coffeeshopbezoekers en 66 exploitanten werden geïnterviewd. Slechts 30 procent van de geïnterviewden bleek van plan een wietpas aan te schaffen; een kwart gaat zelf kweken of kopen bij een kweker, een kwart kiest voor dealers of thuisbezorging. www.amsterdam.nl/gemeente/college/burgemeester/persberichten/resultaten/
15] Van Amsterdam, Opperhuizen, Koeter, Van Aerts en Van den Brink: ‘Ranking van drugs. Een vergelijking van de schadelijkheid van drugs’, RIVM, 2009. In deze ranking staat alcohol op de derde plaats, tabak op de vierde en cannabis op plaats elf.
16] Zie bijvoorbeeld: Morgan, Gráinne Schafer, Freeman, Curran: ‘Impact of cannabidiol on the acute memory and psychotomimetic effects of smoked cannabis: naturalistic study’, British Journal of Psychiatry (2010) 197: 285-290.
17] Tim Boekhout van Solinge: ‘Het Nederlands drugsbeleid en de wet van de remmende voorsprong’, Nederlands Juristen Blad nummer 40, 22 november 2010.
Zie ook: Cannabis: feit & fictie