Job Cohen: Internationaal offensief om achterdeur te reguleren

Er is veel aan te merken op ‘het grote softdrugs debat’ dat gisteren bij Pauw & Witteman te zien was. Maar niet op Job Cohen, die beheerst en met overtuiging verklaarde waarom hij geen coffeeshops bij scholen wil sluiten en waarom het tijd is voor een internationaal offensief om de cannabismarkt eindelijk te reguleren.

Vlak voor de uitzending: uiterst links Rowena Hijbregts, voorzitter van de Vereniging Voor Cannabis Consumenten (Foto © Gonzo media)
Vlak voor de uitzending: links Rowena Huijbregts, voorzitter van de Vereniging Voor Cannabis Consumenten (Foto © Gonzo media)

Gasten Cisca Joldersma (CDA) en Max Daniel (Taskforce Aanpak Georganiseerde Hennepteelt) lepelden vrij futloos hun bekende standpunt op. Kort samengevat: die drugs zijn harstikke slecht, hard aanpakken dus. Meer indruk maakten Cohen en ook Roel Kerssemakers (Jellinek Kliniek), die benadrukte dat je niet kunt zeggen dat een hoog THC-gehalte meer risico’s oplevert en dat de groep mensen die in de problemen komt door cannabisgebruik buitengewoon klein is. Hij sprak in dit verband over 200 mensen per jaar. Vergelijk dat eens met de 800.000 probleemgebruikers van alcohol, iets dat in de uitzending helaas niet aan bod kwam.

Interessanter dan het hele softdrugsdebat is de Gastenblog-bijdrage van Cohen op de website van Pauw & Witteman. De tekst bewijst dat er in Nederland best politici zijn die weten hoe de vork in de steel zit als het om cannabis en coffeeshops gaat. Moedige politici die durven te zeggen wat heel veel mensen al weten: door de teelt van cannabis aan criminelen over te laten, veroorzaakt de overheid de problemen die ze zegt te willen bestrijden. Niet de plant is het probleem, maar het verbod.

Max Daniel, aanvoerder van de oorlog tegen cannabis in Nederland
Max Daniel, aanvoerder van de oorlog tegen cannabis in Nederland

De volledige tekst van Cohen’s Gastenblog:

P_W_Cohen_Bulldog
"De ontwikkelingen in de VS en Latijns-Amerika zijn een steun in de rug om nu een stap vooruit te zetten in ons softdrugsbeleid."

‘Minderjarigen moeten zo min mogelijk in aanraking komen met softdrugs’. Daarover ben ik het snel eens met het CDA, minister Rouvoet en alle anderen die zich zorgen maken over de gevolgen van softdruggebruik onder jongeren. Want die zijn op jonge leeftijd schadelijk, net als alcohol. Toch zie ik niets in het voorstel om bij wet te regelen dat er geen coffeeshops binnen een straal van 250 meter van een school mogen staan. Het is het verkeerde middel voor een op zichzelf goed doel. Intussen blijft de spagaat van een legale voordeur (coffeeshops mogen softdrugs verkopen) en een illegale achterdeur (maar geen softdrugs inkopen). Dat probleem moet worden opgelost door de achterdeur te reguleren. Dat vraagt een internationaal offensief.

Recent onderzoek onder Amsterdamse jongeren en docenten in het middelbaar onderwijs wijst uit wat we allemaal allang weten. Jongeren onder de 18 jaar mogen coffeeshops niet in en komen daar ook niet binnen: daar wordt streng op gecontroleerd. Als jongeren aan softdrugs willen komen, dan krijgen zij dit via via. Ook docenten zien daarom niets in het afstandscriterium. Zij geven aan dat alcoholgebruik onder jongeren voor veel grotere problemen zorgt. Daarbij, wat is 250 meter als je een fiets of een scooter hebt?

Cisca Joldersma, CDA drugswoorvoerder in de Tweede Kamer
Cisca Joldersma, CDA drugswoordvoerder in de Tweede Kamer

Ik stel een drieluik voor van preventie, overlastbestrijding en regulering. In alle gevallen hoort daar een stevige aanpak van de georganiseerde misdaad bij. Die is, helaas, nauw verbonden met softdrugs.

Preventie is nodig door jongeren, leerkrachten en ouders op indringende wijze te vertellen wat de gezondheidsrisico’s zijn van softdruggebruik en de negatieve invloed op de schoolprestaties. In Amsterdam en andere gemeenten hebben we hier goede ervaringen mee die uitgebreid kunnen worden.

Jeroen Pauw warmt het publiek op (foto © Gonzo media)
Jeroen Pauw warmt het publiek op (foto © Gonzo media)

Het echte probleem met het gedoogbeleid is dat productie en aanvoer van softdrugs verboden zijn en daarmee per definitie de criminaliteit bevorderen. Dat los je niet op door coffeeshops te sluiten. Dat heeft de “drooglegging” (alcoholverbod) in de Verenigde Staten in de jaren 20 wel aangetoond: de misdaad nam de handel razendsnel over.

Ik ben er daarom voor om te komen tot een internationaal offensief om “de achterdeur” te reguleren. Op die manier kun je als overheid toezicht houden op kwaliteit en omvang van de hennepteelt. Bovendien ontlast dat op den duur het justitiële apparaat en de politie enorm. Dat is mooi meegenomen in een tijd waarin van die organisaties zo veel wordt gevraagd.

Max Daniel na het debat in gesprek met Jackie Woerlee, medicinaal cannabisgebruiker en actief VOC-er
Max Daniel na het debat in gesprek met Jackie Woerlee, medicinaal cannabisgebruiker en actief VOC-er (foto © Gonzo media)

Het belang van een goed softdrugsbeleid, zeker voor jongeren, is volgens mij zo belangrijk dat ik vind dat het kabinet hier de komende tijd op moet in zetten. De ontwikkelingen in de Verenigde Staten en Latijns-Amerika zijn een steun in de rug om nu een stap vooruit te zetten in ons softdrugsbeleid.

De uitzending (24 februari 2010) is in zijn geheel en in stukjes terug te zien via de website van Pauw & Witteman.

Bekijk hieronder het internet-debat na de tv-uitzending met o.a. Lea Bouwmeester (PvdA), leden en bestuursleden van de Verenging Voor Cannabis Consumenten, Willem Panders (Platform Cannabis Nederland), Roel Kerssemakers (Jellinek Kliniek) en VOC-er Derrick Bergman:

Via de VOC-mailinglist kwam onderstaande reactie op het debat binnen van coffeeshophouder Nol van Schaik, die grote vraagtekens zet bij de cijfers van Max Daniel:

Max Daniel in Napoleon-houding, na afloop van het debat (foto © Gonzo media)
Max Daniel in Napoleon-houding, na afloop van het debat (foto © Gonzo media)

Beste collega’s en medestanders,

Ik heb net oprecht genoten van de discussie over softdrugs en cannabis tijdens het programma P&W. Mij vielen echter een paar dingen op, met name enkele gegeven cijfers over het aantal blowende medelanders en de percentages van de in Nederland gekweekte wiet en de bestemmingen van deze producten.

De heer Daniel beweerde verschillende malen dat er slechts 400.000 blowende Nederlanders zouden zijn, waar hij geen aandacht aan wenst te besteden. Hiermee zegt de heer Daniel dus eigenlijk dat slechts 2.5% van de Nederlandse bevolking cannabis koopt en consumeert. Waar haalt hij deze aantallen vandaan? Ik lees hieronder dat EU onderzoek uitwijst dat 5.4% van de Nederlandse bevolking een jointje rookt, dat is meer dan twee keer zoveel als het gegeven cijfer van de heer Daniel….

“Nederland behoort tot de Europese landen waar het minste cannabis wordt gerookt, ondanks het liberale drugsbeleid. Dat stelt het EU-drugsagentschap (EMCDDA) in zijn jaarverslag. In Nederland heeft 5,4 procent van de volwassenen het afgelopen jaar hasj of wiet gerookt, tegen een Europees gemiddelde van 6,8. Onder meer in Spanje, Frankrijk en Tsjechië wordt veel meer geblowd, en de absolute koploper is Italië: bijna 15 procent van alle Italianen heeft in het afgelopen jaar een joint gerookt. (…).” Gepubliceerd 5 november 2009 – 2:07 pm Bron: Radio Nederland Wereldomroep.

Nol van Schaik, Cannabis Bevrijdingsdag 2009, Museumplein, Amsterdam
Nol van Schaik, Cannabis Bevrijdingsdag 2009, Museumplein, Amsterdam

Aan de hand van deze cijfers zijn er dus al 864.000 cannabisconsumenten in Nederland, al zal het ware cijfer m.i. nog hoger liggen. De heer Daniel mag mij uitleggen waar hij zijn gegevens vandaan heeft. Al eerder (1999) werd het aantal cannabisconsumenten gebagatelliseerd, ik heb destijds contact gezocht met de Telegraaf en daarna met Aram Halle van Rizla, de mensen van de vloei. Door een paar telefoontjes wist ik destijds het aantal blowers te “verdubbelen” ( zie hier en hier). Het wordt tijd dat de heer Daniel en zijn bazen in Den Haag rekening gaan houden met de cannabis consumenten, want het zouden er wel eens meer kunnen zijn dan zij beweren.

Daarna ging het steeds over de in Nederland geproduceerde hennep (pfff..) c.q. nederwiet en haar bestemmingen, zoals genoemd de export naar het buitenland (80%) en de coffeeshops (20%). Ook hier heb ik grote twijfels over de juistheid van de door de heer Daniel gegeven cijfers. Ik miste namelijk het percentage in Nederland gekweekte wiet die bestemd is voor de straathandel in ons land. Nederland heeft 700 coffeeshops, en niet verspreid over heel Nederland. Het Trimbos geeft aan dat slechts 40% van de Nederlands cannabis consumenten bediend worden via geregistreerde, belastingplichtige coffeeshops.

Een deel van het publiek en sprekers, uiterst rechts Wernard Bruining, oprichter van Mellow Yellow, Amsterdam's eerste coffeeshop (foto © Gonzo media)
Een deel van het publiek en sprekers, uiterst rechts Wernard Bruining, oprichter van Mellow Yellow, Amsterdam's eerste coffeeshop (foto © Gonzo media)

De rest van de Nederlands cannabis consumenten (60%!) koopt dus van een straat- , huis- , schoolplein- of plaatselijke bezorgdealer, die zonder enige beperking door bv. de AHOJG, de Bibob en het Zwaard van Damocles hun klanten kunnen bedienen. Dat daarbij grootschalig belasting wordt ontdoken gaat al 30 jaar ongemerkt voorbij.

Waar halen deze illegale aanbieders hun waar, heer Daniel, of was deze groep grootafnemers U ontschoten? En gaat Minister de Jager nu ook eens op jacht naar deze belastingontduikers? Of zou het openen van coffeeshops in geheel Nederland dit probleem kunnen oplossen? Jammer dat er niet in de uitzending gereageerd werd/kon worden op de nattevinger-statistieken van de heer Daniel, verder niets dan lof voor de bijdrage van de collega’s Veling en Panders, Job Cohen en Roel Kerssemakers, en een dikke zoen voor Lea Bouwmeester. Ik vond zelfs de heer Daniel niet onredelijk, maar zijn cijferwerk leek nergens op.

Nol van Schaik.
Cannabisshop Willie Wortel, Haarlem.

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*