Net als het drugsdebat is ook de ‘growshopwet’ al een paar keer uitgesteld, nu tot ‘het eerste kwartaal van 2010’. Wim van der Weegen, drugswoordvoerder van justitie, benadrukt in het januari-nummer van het maandblad EssensiE dat er ‘geen verbod op growshops’ komt.
Van der Weegen: ‘Wat strafbaar gesteld wordt is de verkoop van materialen die gebruikt kunnen worden voor illegale wietteelt, terwijl de verkoper weet dat deze materialen voor de (illegale) teelt gebruikt gaan worden. Het is aan politie en OM om te bewijzen dat de verkoper op de hoogte was van de bedoelingen van de koper. Vaak zijn daar goede aanwijzingen voor.’
Praktijkvoorbeelden: het meegeven van kweek-instructies bij groeilampen, financiering van de plantage door de growshophouder, stekkenverkoop of doorgeven van informatie over mensen die kunnen helpen bij de bouw van een kweekhok. Justitie begrijpt donders goed dat een algemeen growshopverbod onhaalbaar is.
Van der Weegen: ‘Het is niet toevallig dat voor deze strafbaarstelling wordt gekozen en niet voor een algemeen verbod op growshops. Immers, de materialen die in een growshop worden verkocht kunnen ook voor legale doeleinden worden gebruikt. Daarnaast zijn er ook ondernemingen die dit soort materialen verkopen (aan tuinders) die geheel legaal opereren.’
Maar hoe zit het met alle Nederlanders die de popklassieker ‘Nederwiet‘ van Doe Maar in huis hebben, waarin expliciet wordt uitgelegd hoe je wiet moet kweken? Justitieminister Hirsch Ballin wil immers ook ‘het voorhanden hebben van informatie over hennepteelt’ strafbaar stellen. Van der Weegen: ‘Het gaat om de combinatie van het leveren van goederen met de kennis dat de koper die goederen zal gebruiken om wiet te kweken. De verkoop van CD’s met daarop het lied ‘Nederwiet’ valt daarom niet onder de reikwijdte van deze wet.’
De motie Haersma-Buma (2007), die oproept tot een verbod op growshops vind je hier. Klik hier voor een column van Hirsch Ballin over growshops.