Interview met Egbert Tellegen over Het utopisme van de drugsbestrijding

In 2008 verscheen ‘Het utopisme van de drugsbestrijding’, een magistraal boek over de oorlog tegen drugs van Egbert Tellegen. De gepensioneerde hoogleraar sociologie en milieukunde verbaast zich over de lauwe reacties op de toegenomen repressie rond cannabis. Interview met een gepassioneerde vrije geest: ‘De strijd is doel op zichzelf’.
Tellegen_boek_cover(klein) Een jaar of vijftien geleden begon Tellegen (71) zich te interesseren voor de criminalisering van drugsgebruik, schrijft hij in de inleiding van zijn boek. Een vriend op de universiteit vertelde over zijn vrouw; ze was rechter van beroep en had ‘een enorme hekel aan al die drugszaken’. En ze bleek niet de enige: een enquête wees uit dat liefst tweederde van de rechterlijke macht voor legalisering van soft drugs was en een kwart voor legalisering van alle drugs. “Toen kwam het gedoe met de bolletjesslikkers,” schrijft Tellegen en vraagt zich dan af waar die hele hype eigenlijk om te doen was. Antwoord: “…om het importeren van een stof waar sommige mensen plezier aan beleven. De meeste gebruikers van die stof gaan er op een beheerste wijze mee om en op een manier die hun dagelijkse functioneren niet hindert. Sommigen weten er minder goed mee om te gaan, maar dat geldt voor wel meer consumptiegoederen.”

Deze korte passage typeert het hele boek. Tellegen zet de feiten nuchter en zonder moralisme op een rijtje en trekt een harde, maar onvermijdelijke conclusie: de huidige drugsbestrijding faalt op alle fronten en heeft enorme ‘bijwerkingen’ voor de hele maatschappij. Overtuigend toont hij aan dat ‘niet de schade aan de volksgezondheid, maar de nagestreefde gemoedstoestand’ het belangrijkste mikpunt is van de war on drugs. Die oorlog biedt overheden veel voordelen: meer politieke en militaire macht in de eerste plaats. Maar drugs zijn ook een ideaal onderwerp om maatschappelijke problemen aan toe te schrijven en de aandacht van die problemen zelf af te leiden. Bovendien is drugsbestrijding een probaat middel om politieke tegenstellingen te overbruggen: iedereen is immers ‘tegen drugs’.

De lijst nadelen van de drugsoorlog is echter een stuk langer. Tellegen somt er tien op, van de ondermijning van de rechtsorde en de stigmatisering van gebruikers tot ‘de verhindering van zelfbeheersing en sociale regulering van drugsgebruik’. Vooral dat laatste weegt voor hem zwaar. Het voordeel van de legale status van alcohol is dat daarbij de sociale regulering relatief goed werkt. “Je moet mensen de kans geven om er mee om te leren gaan”, legt hij uit. “Natuurlijk is het verschrikkelijk dat er honderdduizenden alcoholverslaafden zijn, maar alcohol behoort tot de gevaarlijkste drugs en toch kunnen de meeste mensen er redelijk mee omgaan.”

Socioloog en emeritus hoogleraar Milieukunde Egbert Tellegen, au
"Het is mijn ervaring dat politici ontzettend spastisch reageren op dit onderwerp."

De concrete aanleiding voor het schrijven van ‘Het utopisme van de drugsbestrijding’ was de weigerachtige houding van GroenLinks, die Tellegen vroeg mee te schrijven aan een nota over drugsbeleid. Hij stemde toe en de nota verscheen in 2003, met als titel ‘Regulering van drugs voor een veiliger samenleving. Maak van drugs geen strafzaak.’ Er kwam een congres naar aanleiding van de verschijning, maar ‘verder gebeurde er niets meer mee in GroenLinks’. Toen vervolgens twee zeer redelijke amendementen over drugsbeleid werden weggestemd uit het verkiezingsprogramma, was de maat vol. Tellegen besloot ‘de strijd met stellingen en amendementen te vervangen door de strijd met een boek’.

Hoe verklaart hij de houding van GroenLinks, ‘s lands meest  progressieve partij? “Het is mijn ervaring dat politici ontzettend spastisch reageren op dit onderwerp. Het is een soort beroepshouding: oh jee, daar moeten we voorzichtig mee zijn. Ik heb er vaak pogingen toe gedaan, maar ze wilden niet dat er verder iets gebeurde met die nota in de partij. Hun huidige drugswoordvoerder, Naïma Azough, schijnt wel goed te zijn. Ik heb binnenkort een afspraak met haar. Dan zal ik zeggen dat ze electoraal kunnen winnen als ze zeggen: na honderd jaar is het tijd om die drugsbestrijding eens ter discussie te stellen.”

In zijn boek droomt Tellegen hardop over een actiegroep rond dat thema. “In 2009 kan het honderdjarig bestaan van de wereldwijde drugsbestrijding worden herdacht. Misschien wordt dan in Nederland de actiegroep Een Eeuw is Genoeg opgericht, die de strijd aanbindt met de criminalisering van drugs. (…) Misschien bestaat er dan inmiddels een internationale beweging van drugspacifisten die een dergelijke actie in vele landen tegelijk voert.” Dat klinkt ook een tikje utopisch, maar dat is het niet, zegt Tellegen: “De mensen die er zo over denken als ik in mijn boek schrijf, dat is niet alleen maar een klein subcultuurtje. Ook de schilder die hier aan het werk is, zegt: ja, natuurlijk is het onzin wat er nu gebeurt. Er is een latent verzet tegen die drugsbestrijding, maar dat wordt niet gemobiliseerd.”

Egbert Tellegen en Boris van der Ham, Cannabis Bevrijdingsdag 2009
Egbert Tellegen en Boris van der Ham, Cannabis Bevrijdingsdag 2009

Opmerkelijk genoeg -en in zekere zin versterkt dit zijn pleidooi- is Tellegen zelf ‘geheelonthouder inzake drugs’.  Tijdens de research voor zijn boek was Tellegen vaak verbijsterd over zijn bevindingen. Hij vertelt over een Canadese psycholoog, met twee kinderen in Amerika. De man schreef in een artikel dat zijn LSD-gebruik heel positief was geweest in zijn ontwikkeling. De Amerikaanse inlichtingendienst kwam het artikel op het spoor en liet de auteur weten dat hij Amerika nooit meer in mocht, tenzij hij ‘rehabilitatie-therapie’ zou volgen. “Als u dan tot het inzicht bent gekomen hoe erg het is wat u gedaan hebt, mag u het land weer in”, smaalt Tellegen. “Dat is dus een strijd tegen ervaring. Het zijn ervaringen die niet deugen!” Hij haalt een citaat aan van CDA-kamerlid van der Camp. Die kreeg eens de vraag waarom christelijke partijen drugsgebruik zo sterk bestrijden, terwijl het toch een bron van spirituele ervaring kan zijn. Zijn antwoord: “Drugs zijn rivalen van God.”

Tellegen vond die uitspraak ‘ontzettend eerlijk’, maar tegelijk is het een sterk staaltje van wat hij in zijn boek ‘staatsmoralisme’ noemt. Iets waar hij, niet zonder reden, van gruwt. Want dat moralisme, het idee dat drugs ‘gewoon niet deugen’, is de brandstof van de drugsoorlog. “Het gaat helemaal niet om de mensen zelf of om bescherming tegen risico’s. Want ook al zeg je honderd keer dat de risico’s groter worden door repressie, het moet toch door gaan. De strijd is doel op zichzelf en wordt niet, of niet eerlijk, geëvalueerd.” Toch zal de wal het schip ooit keren. “Er zijn zoveel signalen van mensen die zich tegen de drugsoorlog uitspreken. En het kost natuurlijk ook gigántisch veel geld. Alleen al die half miljoen mensen die in Amerika voor drugs vastzitten.”

Het lijkt typerend voor de Nederlandse tijdgeest, dat Tellegen’s boek relatief weinig aandacht kreeg in de media en het publieke debat. “Je kan niet zeggen dat het doodgezwegen is, maar wat mij verbaast is dat ik nooit uitgenodigd wordt om over het boek te praten.” Blijkbaar is zijn boodschap te bedreigend. “Dit boek gaat totaal tegen het geestelijke klimaat in. Er is nu weerstand tegen, het is niet in de mode. Dat heeft denk ik iets te maken met het feit dat mensen zich toch veel meer conformeren aan hun tijd. Er gaan niet zoveel mensen tegen de geest van de tijd in.”

Tellegen_boek_cover(klein)Het utopisme van de drugsbestrijding

Uitgeverij Mets & Schilt, Amsterdam

352 pagina’s / €22

Klik hier om Tellegen’s boek te bekijken en/of bestellen op Bol.com

(een uitgebreide versie van dit interview verscheen in EssensiE 135, september 2008
tekst & fotografie © Derrick Bergman / Gonzo Media)

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*