Primeur in Zeeland: daar deelde de politie afgelopen donderdag boetes van 300 euro uit aan twee Belgen. Onmiddellijk te betalen. Hun misdaad? Zij hadden 1,5 gram wiet bij zich.

Aanleiding voor de actie is ‘de sluiting van de coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal en de mogelijke toename van het softdrugstoerisme in Zeeuws-Vlaanderen’, aldus de politie in een persbericht. Ook het corps midden en westbrabant kwam afgelopen donderdag massaal in actie; in totaal hielden 125 agenten en een aantal drugshonden zich bezig met het controleren van mensen op het bezit van cannabis. De actie duurde van 16.00 tot 22.30 uur, wat inclusief de afwikkeling neerkomt op meer dan 1000 politie-manuren.

Laten we de Opiumwet er even op naslaan. Artikel 10a, lid 2:
“Niet strafbaar is hij die de in het eerste lid omschreven feiten [het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of aanwezig hebben van cannabis] begaat met betrekking tot het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een geringe hoeveelheid, bestemd voor eigen gebruik.”

Als anderhalve gram al niet meer geldt als een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik, wat dan nog wel? Het is te hopen dat de twee Gentenaren die 300 euro boete hebben betaald hun veroordeling juridisch aanvechten. En je vraagt je af of de gemiddelde Nederlander de inzet van 125 agenten om buitenlandse bezoekers hun zakje wiet af te pakken zo’n goed idee vindt.

In dezelfde week, op maandag, werd in de Amsterdamse Bijlmer de 19-jarige Ishmael Gumbs bij een kinderspeelplaats doodgeschoten, voor de ogen van zijn vrouw en kind. Of er sprake is van een stijging van het aantal schietincidenten weet de politie niet, meldde NRC/Handelsblad: ‘schietincidenten zijn nooit eerder apart geturfd’. Tja, het turven van grammetjes wiet is natuurlijk veel belangrijker dan het turven van schietpartijen. Toch?